lke ochtend fiets ik door het Vondelpark en over de grachten. Ik hou zo van Amsterdam! Dan kom ik blij aan bij mijn winkel, die in tijden van corona nog meer mijn tweede huis is geworden. Het bracht me terug naar de essentie: mijn kleren en mijn klanten. Omdat ik hier nu zes dagen in de week ben, heb ik bijvoorbeeld ook veel meer tijd om de collectie goed te bekijken. Luba-kleding is een begrip geworden. In het begin van de lock down heb ik dagenlang de winkel staan schilderen, ook aan de buitenkant. Daarna ben ik online winkeltje gaanspelen, gewoon vanuit de winkel. Elke dag met een stapel pakjes naar het postkantoor. Het voelt dus nog steeds als spelen. Het allerleukst vind ik het om de etalage in te richten, dat doe ik elke week. Soms lig ik’s avonds in bed al na te denken wat ik de poppen aan ga trekken. Allesstaat hen zo goed. Als kind wilde ik al het allerliefst een kledingwinkel hebben. Dat zit denk ik in de familie, mijn grootouders hadden ook een winkel. Ik vind het ook fijn om eigen baas te zijn, dan hoef je met niemand rekening te houden. Vijfentwintig jaar geleden opende ik Luba in de Haarlemmerstraat. Vrij in het begin ben ik een keer overvallen, dat was een traumatische ervaring. Drie jongens kwamen de winkel in en drukten me tegen de grond. Buiten liepen allemaal mensen maar niemand zag het. Dat hoop ik maar, want anders was het nog enger; niemand deed iets. De jongensgingen ervandoor met mijn kassa en lieten mij achter met een ontwrichte kaak. Ik heb zelf de politie moeten bellen. Daarna heb ik meteen een overvalknop geïnstalleerd, en een alarm en een deuropener. Maar het duurde nog best lang voor ik mijn angst echt kwijt was. Ik verzorgde in die tijd ook nog kleding voor films en op een dag waren daar een paar jongens op de set die een klein beetje op mijn overvallers leken, gewoonacteurs. Ik ben keihard gaan gillen en heb alle kleding die ik ze net kwam brengen uit mijn handen laten vallen. Daarna ben ik heel hard weggerend. Best gênant, die jongens snapten er natuurlijk niks van. Ik heb meer winkels gehad, maar hier in de Haarlemmerstraat is de allerbeste plek. Ik was altijd al fan van deze straat; het publiek is hier lekker gemêleerd en ook de toeristen zijn echt leuk. Ik kom zelf uit het keurige Zuid, het is daar op straat een stuk saaier. Ik merk wel dat mijn klanten nu ouder zijn dan in het begin. Oudere mensen kleden zich echt vlotter dan vroeger. Maar er komen hier nog steeds vrouwen tussen de dertig en de zestig. Het leukst is natuurlijk als hier drie generaties vrouwen komen en ze alle drie blij met iets weggaan. Ik snap het nooit zo goed als iemand zonder iets te kopen vertrekt; ik heb zoveel en zoveel verschillende dingen ook. Ik heb dus veel vaste klanten. Ik heb meegemaakt dat klanten met pensioen gingen, overleden zelfs. Wat dat betreft is mijn winkeltje hier wel een spiegel van de vergankelijkheid van het leven zelf.